Inleiding

Met deze programmarekening leggen wij in beleidsmatige en financiële zin verantwoording af over 2016. Het bestuursprogramma 2014-2018 vormt de basis voor het beleid gedurende die periode en is daarmee ook input voor het jaar 2016 geweest. We kunnen terug kijken op 2016 als een goed jaar. Zowel het bestuursprogramma (jaarschijf t/m 2016) als de begroting 2016 zijn qua uitvoering in grote lijnen volgens plan verlopen. Ook in financiële zin kunnen we tevreden zijn. Het jaar 2016 resulteert in een beperkt overschot. Daarmee komen wij dichter bij nul, na jaren van grote overschotten. In dit verband maken wij graag melding van ons onderzoek naar de rekeningsaldi over de afgelopen jaren, dat begin 2017 is uitgevoerd. Dit heeft een duidelijk beeld opgeleverd van de structurele en incidentele voordelen in de jaarrekening. Op basis daarvan is een vertaalslag gemaakt naar de begroting 2017 en verder: er is sprake van structurele financiële ruimte. De concrete resultaten presenteren wij u bij de Perspectiefnota 2018.

Nu eerst terug naar het jaar 2016. Naast het feit dat er veel regulier werk is verzet, zijn er ook veel bijzondere zaken aan de orde geweest. Voorbeelden hiervan zijn:

  • verdere uitvoering van het Waterfront inclusief de Cichoreifabriek en de Witte Villa;
  • voorbereidingen kulturhus De Spil;
  • herontwikkeling van het Kroonplein;
  • de eerste stappen van centrumvisie kern Dalfsen;
  • huisvesting vergunninghouders;
  • voorbereidingen omgevingswet;
  • doorvoeren wijzigingen in het Besluit begroting en verantwoording (BBV);
  • Schat van Dalfsen;
  • verdere implementatie van het sociaal domein;
  • overgang van belastingen naar GBLT.

Wij kunnen en durven te stellen dat Dalfsen stevig aan de weg timmert. Onze ontwikkelagenda kent diverse grote projecten, die in voorbereiding, uitvoering of in afronding zijn. In veel gevallen is de wijze van realisatie kenmerkend voor Dalfsen: via participatie en financieel sluitend. Wij willen die lijn graag doorzetten naar de toekomst, zodat onze inwoners onze gemeente als woon- en werkomgeving blijven waarderen.