Lokale heffingen

Algemeen

In de gemeente Dalfsen is het beleid rond de lokale heffingen gebaseerd op de uitgangspunten van het bestuursprogramma 2014 – 2018. In het bestuursprogramma is ten aanzien van het financiële beleid het volgende opgenomen:

"De gemeentelijke financiën zijn in de afgelopen jaren gevoeliger voor fluctuaties geworden, onder meer door de economische onvoorspelbaarheid. Het volume zal door de decentralisaties in de komende jaren aanzienlijk toenemen. Dit kan ook inhouden dat ons risicoprofiel toeneemt. Een sluitende en reële meerjarenbegroting is voor ons het uitgangspunt. Dalfsen blijft daarom een verstandig en gezond financieel beleid voeren. De lasten moeten in verhouding staan tot de kwaliteit van gemeentelijke diensten en voorzieningen".

Voor zover bepaalde zaken niet in het document zijn benoemd, wordt de ingezette beleidslijn gecontinueerd.
Deze uitgangspunten zijn:

  1. De jaarlijkse trendmatige stijging van de tarieven dient als correctie op de inflatie en is in meerjarenperspectief voor 2016 vastgesteld op 1%;
  2. Er is een tariefsdifferentiatie tussen woningen en niet woningen bij de OZB;
  3. De kwijtscheldingsmogelijkheden voor de burger worden optimaal benut;
  4. Er wordt een actief informatiebeleid nagestreefd;
  5. Leges en tarieven dienen zoveel mogelijk kostendekkend te zijn.

GBLT
Per 1 januari 2016 heeft de gemeente Dalfsen zich aangesloten bij de gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijk Belastingkantoor Lococensus -Tricijn (GBLT). GBLT heeft de uitvoering van de wet WOZ en het heffen en innen van gemeentelijke belastingen overgenomen van de gemeente Dalfsen. Daarnaast voert GBLT ook de kwijtschelding uit voor zowel de gemeente als waterschap. In de paragraaf verbonden partijen vindt u meer informatie over GBLT als verbonden partij.

Kwijtscheldingsbeleid
In de gemeente Dalfsen is het mogelijk om volledige dan wel gedeeltelijke kwijtschelding te verkrijgen voor de OZB, hondenbelasting, rioolheffing en afvalstoffenheffing. Voor de afvalstoffenheffing geldt dat kwijtschelding slechts mogelijk is voor het vastrecht. Bij de hondenbelasting is alleen voor de belasting voor de eerste hond kwijtschelding mogelijk.

Volgens de jaarrapportage van GBLT is er tot en met 31 december 2016 een bedrag van € 19.700 aan kwijtschelding verleend. Vanuit de nog af te handelen kwijtscheldingsverzoeken verwacht GBLT nog € 500 aan kwijtschelding te verlenen. Daarnaast zijn er door de eigen organisatie nog kwijtscheldingsverzoeken over het jaar 2015 opgelegd en afgehandeld (Diftar). In totaliteit is er in 2016 een bedrag van € 26.000 aan kwijtschelding verleend op basis van het huidige kwijtscheldingsbeleid.

Bij de beoordeling van de verzoeken om kwijtschelding hanteert GBLT de zogenaamde 100% norm. Inwoners die twee jaar of langer zijn aangewezen op een bijstandsuitkering krijgen automatisch kwijtschelding. Op basis van melding door de gemeente verleent GBLT aan deze mensen automatisch kwijtschelding.

Kostendekkende tarieven
De “grote belastingen”, zoals afvalstoffenheffing en rioolheffing, zijn hierbij het meest in het oog springend. Jaarlijks wordt aan de hand van de kosten een becijfering gemaakt van de hoogte van de benodigde opbrengsten. Bij beide belastingen worden grote tariefschommelingen afgevlakt door te werken met een voorziening. Voor “kleine belastingen” als de diverse legessoorten mogen maximaal kostendekkende tarieven worden gevraagd.

Wet waardering onroerende zaken

Met ingang van 2007 dient de WOZ-waarde jaarlijks opnieuw bepaald te worden. Om dit te kunnen doen, worden er procesmatig object- en marktgegevens bijgehouden en verwerkt. Vanaf 2016 worden de werkzaamheden voor de uitvoering van de Wet WOZ uitgevoerd door GBLT.

De WOZ-waarden van de woningen zijn tussen de waardepeildatum 1 januari 2015 en 1 januari 2016 gemiddeld met 4,4 % gestegen en van de overige onroerende zaken met 0,4 %.

Zoals bekend wordt de uitvoering van de Wet WOZ bij de gemeente gecontroleerd door de Waarderingskamer. In het rapport van bevindingen wordt de weergave van de inspectie weergegeven. Het eindoordeel bestaat uit een viertal oordeelcategorieën te weten:

1. De uitvoering verloopt goed
2. De uitvoering verloopt naar behoren
3. De uitvoering kan worden verbeterd
4. De uitvoering moet dringend verbeterd worden.

Het algemene oordeel luidde dat de uitvoering van de Wet WOZ voor de gemeente Dalfsen ‘goed ’ was tijdens de inspectie van augustus 2015. Op basis van het meest recente onderzoek, van 12 januari 2017, heeft de Waarderingskamer haar oordeel bijgesteld. Het algemene oordeel luidt nu dat de uitvoering van de Wet WOZ ‘voldoende’ verloopt.

Het rapport van bevindingen van de Waarderingskamer is nog niet beschikbaar. Volgens GBLT zit de kritische noot van de Waarderingskamer in het gegevensbeheer en de waarderingsapplicatie.

Tarievenbeleid 2016

Afvalstoffenheffing
Voor 2016 waren de ledigingstarieven gelijk aan die van 2015. Het vastrecht is verhoogd van € 100 naar € 110, conform het raadsvoorstel 'Omgekeerd inzamelen 1e en 2e fase', september 2014.

Hondenbelasting
De opbrengst van de hondenbelasting komt ten goede aan de algemene middelen. Het tarief in 2016 bedroeg voor een eerste hond € 47,90 en voor iedere hond boven het aantal van één binnen hetzelfde huishouden € 63. De belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland, bedroegen € 255 per kennel per belastingjaar.

Leges
Voor 2016 is een trendmatige aanpassing van 1% doorgevoerd.

Onroerende zaakbelastingen (OZB)
Voor 2016 is rekening gehouden met een trendmatige verhoging van 1% en met areaaluitbreiding door nieuwbouw.

Precariobelasting
De tarieven voor de precariobelasting zijn in 2016 verhoogd met 1%.

Rioolheffing
Het tarief voor 2016 is gelijk aan het tarief voor 2015, € 132.

Toeristenbelasting
Voor 2016 is het tarief per overnachting gehandhaafd op € 0,85.

Onderstaand het overzicht met de belastingopbrengsten 2016

Overzicht kostendekkendheid

Mate van kostendekkendheid
Voor de lokale heffingen geldt als wettelijke norm dat deze, op begrotingsbasis, niet boven het niveau van kostendekkendheid uit mogen komen. In onderstaande opstelling, op basis van de jaarrekening, het overzicht van de mate van kostendekkendheid van de volgende heffingen:

Lasten

Baten

% kostendekkendheid

1. Rijbewijzen en Reisdocumenten

313.910

252.493

80

2. Omgevingsvergunning (bouwen)

682.246

718.823

105

3. Begraafplaatsen

370.182

207.084

56

4. Riolering

1.389.700

1.389.700

100

5. Huishoudelijk afval

2.663.226

2.663.226

100

Ad 1 Rijbewijzen en Reisdocumenten
De tarieven voor de rijbewijzen en reisdocumenten worden door het Rijk vastgesteld. Dit betekent dat de gemeente beperkt invloed heeft om te streven naar een volledige mate van kostendekkendheid.

Ad 2 Omgevingsvergunning (bouwen)
De baten, leges voor bouwvergunningen, zijn hoger dan verwacht door een oplevende economie en daardoor aantrekkende bouw. Terwijl de lasten binnen de perken zijn gebleven.

Ad 3 Begraafplaatsen
Gelet op het feit dat de begraafplaatsen een parkachtig karakter hebben, is een hogere mate van kostendekkendheid moeilijk te realiseren.

Ad 4 Riolering
De lasten met betrekking tot het product riolering bedragen € 716.066 (incl.€ 70.101 BTW). Daarnaast is er een bedrag van € 673.634 toegevoegd aan de spaarvoorziening riolering, zodat in de toekomst investeringen hieruit gerealiseerd kunnen worden. De totale lasten komen hiermee uit op € 1.389.700.
De opbrengsten uit de rioolheffing bedragen € 1.389.700. Hiermee komt de kostendekkendheid uit op 100%.

Ad 5 Huishoudelijk afval
De lasten met betrekking tot het product afvalverwijdering/verwerking bedragen € 2.663.226 (incl. € 421.623 BTW). De opbrengsten bedragen eveneens € 2.663.226 en bestaan o.a. uit opbrengsten plastic inzameling, rente achtergestelde lening N.V. ROVA gemeenten, een bijdrage van N.V. ROVA gemeenten uit commanditair vermogen kapitaal STIVAM en opbrengsten afvalstoffenheffing (vastrecht en afrekening aanbieding containers/milieupas).
In het totaalbedrag zit een bedrag van € 135.766 begrepen dat betrekking heeft op een onttrekking aan de voorziening. Jaarlijks wordt beoordeeld of er sprake is van een toevoeging of onttrekking aan de voorziening om zo de tarieven niet te sterk te laten schommelen van jaar op jaar. Hiermee komt de kostendekkendheid op 100%.